REPETERENDE SCHENKING IN ÉÉN AKTE NIET MOGELIJK
De Belastingdienst Groningen heeft eind mei 2014 meegedeeld dat een repeterende schenking van jaarlijkse betalingen in één akte (toch) niet mogelijk is.
Jaarlijks worden in de maand december akten van schuldigerkenning uit vrijgevigheid opgesteld tussen ouders en kinderen om het vermogen van de ouders “af te romen” en optimaal de vrijstelling en de lage tariefschijf van 10% voor de schenkbelasting te benutten. Praktisch zou zijn indien u slechts eenmaal een notariële akte hoeft op te stellen voor de komende vijf jaar onder de opschortende voorwaarden dat u beiden op elk van die data nog leeft. Echter, op grond van de Successiewet moeten de diverse jaarlijkse schenkingen die in één akte staan, in onderling verband worden gezien waardoor de schenkingen worden samengevoegd tot één belastbaar bedrag op het tijdstip waarop de eerste van de opschortende voorwaarden wordt vervuld.
Dus toch weer jaarlijks naar de notaris.
AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST
Indien u met meerdere aandeelhouders(-rechtspersonen) een B.V. opricht is het raadzaam om een aandeelhoudersovereenkomst op te stellen om de onderlinge verhouding vast te leggen. In deze overeenkomst kunnen bepalingen opgenomen worden inzake het staken van de stemmen in een vergadering, een extra aanbiedingsplicht bij bijvoorbeeld langdurige arbeidsongeschiktheid, een non-concurrentiebeding voor een bepaalde periode of een bepaalde plaats, een zogenaamde drag along-clausule indien een groot aandeelhouder wenst te verkopen aan een derde, etc. In de praktijk wordt de aandeelhoudersovereenkomst niet altijd gerespecteerd, bijvoorbeeld indien het belang van de B.V. door onverkorte naleving van de aandeelhoudersovereenkomst, afgezet tegen de daarmee gediende aandeelhoudersbelangen, in onaanvaardbare mate wordt geschaad. Onlangs is door een rechter echter een ontslagregeling van bestuurders bij unaniem besluit gehandhaafd hoewel een dergelijke regeling in strijd is met de wet.
SCHEIDEN DOET LIJDEN, MAAR NIET SCHEIDEN MOGELIJK OOK…
De rechter heeft bepaald dat, ook al wonen echtgenoten meer dan 35 jaar feitelijk niet meer samen, hun huwelijk en daarbij hun huwelijksgoederengemeenschap pas wordt ontbonden door het overlijden van de echtgenoot indien er geen sprake is van een echtscheiding. In dat geval blijft de echtgenoot daarnaast gewoon (mede-)erfgenaam op grond van de wet, tenzij een van de wettelijke regels afwijkend testament is opgesteld waarin de echtgenoot wordt onterfd. Tot de door het overlijden ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behoren ook de schulden die de andere echtgenoot onderwijl mogelijk heeft gemaakt. Het is derhalve belangrijk om de echtscheiding te formaliseren, de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap te verdelen en voor de duur van de echtscheidingsprocedure (en daarna) een testament op te stellen indien u niet wenst dat uw ex-echtgenoot in spe uw erfgenaam is en blijft.